Zoals we hebben gezien is de beweging het meeste dat je met het blote oog kunt zien aan de sterrenhemel vrijwel constant. De sterren staan op een gelijke afstand van elkaar en draaien dagelijks dezelfde ronde vanuit de aarde gezien. Met de zon, de maan en de planeten is het een ander verhaal, zij staan steeds weer op een andere plaats.
De zon beweegt zich schijnbaar jaarlijks voor de sterrenbeelden van de dierenriem langs, daaraan ontlenen we de de sterrenbeelden van de horoscoop en de astrologie. Dit is een regelmatige beweging die zich in de maanden van het jaar laat verdelen.
De maan gaat vanuit de aarde gezien veel sneller rond, elke vier weken rond de maan de aarde, dus ongeveer dertien keer per jaar. Doordat de banen van de maan en de zon bijna in hetzelfde vlak lopen, treedt er met enige regelmaat een gedeeltelijke of volledige maans- of zonsverduistering op. Een spectaculair verschijnsel dat vroeger zeker belangrijk is geweest.
De planeten beschrijven banen om de zon. De planeten dichtbij de zon, hebben een korte omlooptijd, de planeten ver van de zon een langere. De met het blote oog zichtbare planeten hebben dus verschillende omlooptijden (Mercurius 88 dagen), Venus (225 dagen), Mars (687 dagen), Jupiter (4333 dagen), Saturnus (10.758 dagen).
Eigenlijk is daarmee veel van wat in het zonnestelsel gebeurt goed te voorspellen. Het is een hemelmechanica, die als een soort klok functioneert, een klok die door planetaria eenvoudig nagemaakt kan worden.