4Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden.

Matteüs 2: 4

In het Nieuwe Testament komen de Farizeeën en de Sadduceeën vaak in discussie met Jezus. Eigenlijk begint het al gewoon in het Kerstverhaal. Wie waren dit eigenlijk en waarom discussieerden ze zo vaak met Jezus?

Farizeeën

De naam Farizeeën betekent ‘de afgescheidenen’. Het was een groep gewone mensen, die de Thora (de eerste vijf boeken van onze Bijbel) goed kenden en de geboden daarin strikt naleefden. Daarnaast hadden ze de wet van Mozes verder uitgewerkt in een grote reeks verboden. Deze beweging bestond in de tijd van Jezus al ongeveer twee eeuwen.

In het Nieuwe Testament komen de vaak als schijnheilig over, maar dat waren ze niet. Ze waren oprecht bezorgd wanneer iemand de wet overtrad en dat wilden ze voorkomen. In hun overtuiging bracht een vroom leven je dichter bij God.

Jezus komt telkens met hen in gesprek, wanneer het lijkt wanneer hij een of ander gebod overtreedt. Zij wijzen hem dan terecht en waarschuwen hem voor de overtreding.

Sadduceeën

De Sadduceeën hadden geen moeite met het Joodse geloof; in tegendeel ze deelden de essentiële punten van de Joodse theologie: God had Israël gekozen en Israëlieten moesten zich aan de wet van Mozes houden. Ze moesten God liefhebben, hem danken voor Zijn zegeningen en andere mensen behoorlijk behandelen, zoals de wet vereiste. Ze accepteerde alleen de geschreven wet en niet de latere mondelinge tradities.

Flavius Josephus (zelf een Farizeeër) geeft aan dat de Sadduceeën in de vrije wil geloofden. Doordat God daardoor niet alles bepaalde, voorkwamen ze dat ze God verantwoordelijk moesten maken voor het kwaad in de wereld.

In het Sanhedrin hadden de Sadduceeën meer zetels dan de Farizeeën en hadden daarmee meer invloed. Ze waren ook wat meer aristocratisch en kwamen daardoor persoonlijk al snel in botsing met de tegenstellingen tussen de Joodse en Griekse cultuur.

Geschilpunten tussen beide stromingen

  1. Griekse cultuur
    De Farizeeën stonden afwijzend tegen de Griekse cultuur, de Saduceeën niet. De Grieken geloofden in een gezonde geest in een gezond lichaam en zagen de Joodse besnijdenis als een barbaarse verminking. De besnijdenis werd zichtbaar in het gymnasion, waar de jonge mannen naakt oefeningen deden. Jongeren lieten zich daarom door een operatie weer een voorhuid maken, waardoor ze het verbond verbraken. Daarnaast eisten de Grieken dat de Joden altaren, tempels en kapellen moesten oprichten voor de Griekse goden en varkens en andere onreine dieren moesten offeren.
  2. Naleven van de Wet van Mozes
    De Farizeeën wilden de wetten van Mozes uit de Thora naleven, de Saduceeën hadden een liberaler opvatting. Zij interpreteerden deze wetten veel ruimer en vonden daarmee de Griekse gebruiken ook wel geoorloofd.
  3. Hogepriesterschap
    Traditioneel waren de priesters afstammelingen van Aäron, hogepriesters daarmee ook. Het hogepriesterschap was erfelijk en daardoor ontstond er de laatste helft van het eerste Millenium voor Christus een afstammingslijn van Sadok.
    Echter aangezien het hogepriesterschap grote invloef had in de maatschappij eigende de politiek zich op zeker moment de benoeming van het ambt van hogepriester toe. De Farizeeën waren hierop tegen, de Saduceeën niet persé.
  4. Militaire controle:
    Na de Babylonische ballingschap maakten de Joden altijd deel uit van een groter rijk – Perzië, het rijk van Alexander de Grote, de Ptolemaeën, de Seleuciden en de Romeinen. In die tijd waren ze nooit militair autonoom.
    De hogepriester had in Jeruzalem en omgeving een aantal bevoegdheden, maar bleef voor de grote lijnen van zijn beleid afhankelijk van de bezettende mogendheid. Dit holde uiteraard de functie van de hogepriester uit en hij moest dan ook water bij de wijn doen, waar het ging om allerlei Joodse gebruiken. De Farizeeën waren hierop tegen, de Saduceeën vonden dat de Perzische en Hellenistische perioden waren in hun ogen niet zo slecht waren.
  5. Verschillen in geloofszaken
    De farizeeën geloofden in tegenstelling tot de sadduceeën in engelen, geesten, de opstanding uit de dood en het Laatste Oordeel.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.