We kunnen het in onze tijd moeilijk voorstellen wat in oude tijden allemaal aan de hemel te zien was. We leven in een wereld, die fel is verlicht met kunstlicht en daarmee wordt veel aan de hemel helaas onzichtbaar. Noem het lichtvervuiling.
We zien door deze lichtvervuiling nog maar een beperkt deel van de sterren en planeten. In oude tijden kon men veel meer zien. Wanneer u in een donkere omgeving op vakantie bent, zou u eens kunnen proberen om ’s nachts op de donkerste plek te gaan zitten. U zult dan aanmerkelijk meer zien.
Ook in onze omgeving kunnen we wat lichtarme plekken vinden, die wat dieper in het bos liggen, bijvoorbeeld bij de Gortelse hei of het Enkhout. Maar ook daar staan lantaarns die het voor wat lichtvervuiling zorgen. Kies vooral een moment, waarop er een heldere lucht is, bijvoorbeeld een droge zomerdag of een moment dat het vriest. Dan is de lucht het helderst en kunt u het meeste aan het firmament zien. Het zal u verbazen, wat u dan allemaal kunt zien.
Op deze manier krijgt u een indruk van wat de mensen in vroegere tijden allemaal konden zien en waarom ze belangstelling kregen voor sterren en planeten. Waarom ze een naam gaven aan deze verre objecten en de fantasie de vrije loop lieten en groepen sterren, die vanuit het aardse oogpunt dicht bij elkaar staan als sterrenbeelden gingen zien.