Lezen: 1 Samuel 1

Door twee mannen voelde zij zich onbegrepen. In de eerste plaats door haar eigen man, die met een tweede vrouw getrouwd was om kinderen te krijgen! Zeker, Hanna, was zijn beminde vrouw, zij kreeg een dubbel deel als zij naar Silo gingen om een offer aan de Here te brengen, maar om nu tegen haar te zeggen op het moment dat zij vanwege haar onvruchtbaarheid bedroefd was: “Ben ik je niet meer waard dan 10 zonen” getuigt niet van veel empathie. En wanneer ze vervolgens naar de tempel gaat en haar hart uitstort voor God, is daar de oude priester Eli die haar stille gebed voor dronkemanspraat verslijt!

Gelukkig is er nog een ‘Man’ in de hemel die haar wel verstaat. Hanna, in tegenstelling tot Penina, is niet uit op het bezitten van een kind om daarmee een ander de ogen uit te steken. Maar Hanna beseft, vanuit haar kinderloosheid, dat kinderen een geschenk zijn en wil het daarom ook aan de Gever ervan toewijden als zij er één krijgt. Dat gebed wordt verhoord en een tweede nazireeër, na Simson, zal geboren worden: Samuël, van God gebeden! Tenslotte wordt na hen nog een derde Nazireeër geboren: Johannes de Doper! Aan de vooravond van de geboorte van Hem, in Wie Gods zalig- makende genade verschenen is aan alle mensen (Titus 2:11) rijst de vraag: wat betekent deze genadegave voor ons leven en dat van onze eventuele kinderen? Van wie is ‘ons’ leven en dat van ‘ons’ nageslacht? Wie heeft de regie?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.