Veel van de beloften van God, worden ons door de profeten doorgegeven. Maar wie is eigenlijk een profeet en wat was hun functie binnen het Jodendom. In de oudste teksten wordt ook regelmatig geschreven over “Man Gods”. Overigens komen profeten ook in andere culturen voor, ze zijn niet exclusief voor het Jodendom.

Het woord profeet komt van het Grieks “pro-phêtês”. Het gaat daarbij om iemand die de opdracht heeft iets aan te kondigen. Het woord is samengesteld uit twee woorden: het voorvoegsel pro- “voor-” en de stam phè “spreken.” Het gaat dus om iemand die voor iemand spreekt, je zou het ook wel woordvoerder kunnen noemen. De Bijbelse profeten spreken voor God.
Het oorspronkelijke Hebreeuwse woord voor profeet is “nabi”. Dit is een passieve vorm van het werkwoord nabu’ (roepen) en betekent dan zoveel als “geroepene.” Het gaat om iemand die geroepen is om namens God te spreken en dus niet om een waarzegger of een magiër met de pretentie God te kunnen beïnvloeden.
Uit de verhalen van onder meer Jeremia en Hosea blijkt dat het voor de profeet niet gemakkelijk was. Ze moesten met hun boodschap vaak naar koningen en hoge functionarissen en de boodschap die ze moesten brengen was vaak kritisch. Het weglopen voor een dergelijke opdracht, zoals profeet Jona doet, kun je dan ook goed begrijpen.
Overigens waar er, naast de geroepen profeten, ook beroepsprofeten die aan het hof dienden en als adviseurs aan het hof van de koningen dienden. Hen wordt verweten dat ze de machthebbers naar de mond praten.
De geroepen profeten geven de bestaande koningen dus van repliek en vragen hen om zich te bekeren. Daarnaast spreken ze over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, een nieuw verbond. Maar bovenal gaat het ook om een nieuwe verlosser, de Messias. De geboorte van Hem herdenken we met de Kerstdagen