Vandaag geef ik u het recept van een adventskrans. De adventskrans is een algemeen gebruikt symbool in de tijd van voorbereiding op Kerst. Deze krans is gevuld met ondergrondse wintergroente. Ondergronds, omdat waar je op hoopt en wat je verwacht nog niet zichtbaar is. In het verborgene wordt nieuw leven voorbereid zoals een kind zich vormt in de baarmoeder.
Ingrediënten:
Voor het deeg:
175 gram bloem
60 gram boter uit de koelkast
25 gram geraspte oude kaas
1 eetlepel ijskoud water
1 theelepel honing
Voor de vulling:
300 gram winterwortel
250 gram kipfilet
50 gram rozijnen
25 gram gesmolten boter
1 theelepel kerrie
Doe de bloem in een kom en rasp de boter erboven. Plaats de kom vijf minuten in de koelkast. Werk de boter en de bloem met de handen door elkaar tot het op broodkruim lijkt. Voeg de geraspte kaas toe.
Maak in het midden een kuiltje en voeg 1 eetlepel ijskoud water toe.
Maak een bal van het deeg, maar kneed het niet.
Voeg zo nodig nog wat water toe.
Wikkel de bal in folie en laat 30 minuten rusten in de koelkast.
Rol het deeg daarna uit tot een lange lap van een halve centimeter dik en 10 centimeter breed.
Leg de vulling in het midden en maak een ring door de beide uiteinden aan elkaar te plakken met wat water.
Plaats de ring op een bakplaat en bak 30 minuten in een op 190 graden voorverwarmde oven.
Voor de vulling: Schil en was de groenten en snijd in kleine, gelijke stukken.
Hussel de groenten in een kom om met wat olijfolie.
Leg de wortel in een ondiepe ovenschaal en rooster 35 à 40 minuten in een op 220 graden voorverwarmde oven.
Snijd de kip in kleine stukjes en hussel samen met de rozijnen en de honing, de kerrie en de gesmolten boter door de wortel.
Nu is de vulling klaar om in het deeg te verwerken.
Recept uit: Hemelse spijzen van Tini Brugge en Gert Vos.