Jupiter is de oppergod in de Romeinse mythologie en is god van hemel en onweer. In zijn functie als donder- en bliksemgod kon de soevereine god auspicia (voortekens) doorgeven aan de augures, die deze hemeltekenen interpreteerden.

Jupiter is de zoon van Rhea en Saturnus. Aan Saturnus was voorspeld dat een van zijn zonen hem van de troon zou stoten. Daarom verslond hij zijn eerste vijf nakomelingen, maar bij de zesde (Jupiter) gaf Rhea Saturnus een steen te eten en bracht ze Jupiter naar Kreta om hem te laten opvoeden door de nimfen. Zijn Griekse tegenhanger is Zeus. Ook Jupiter kreeg een heldere planeet aan het firmament.

In tegenstelling tot de afstandelijke Zeus, kwam Jupiter dichter bij de mensen te staan. Aan Jupiter werd de goddelijke opdracht gegeven de wereld te veroveren en die taak moest Rome vervullen.

Als soevereine god was Jupiter de hemelse collega van de koning (rex) en een van zijn oudste functies was getuige zijn bij en wreker van publieke én private eden en overeenkomsten. Hij was de garantie dat een eed niet verbroken werd. Bij het uitspreken van eden werd naast Jupiter ook de goden Mars en Quirinus aangeroepen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.